Reizend op het vliegend vloerkleed Kamerbreed vraagt Hildebrandt zich af of hij ooit zijn hoed in de oorspronkelijke grootte terugkrijgt. De anderen maken er grappen over, als het kasteel weer zou groeien dan wordt de hoed van Hildebrandt zo groot dat hij er een eethuisje in kan beginnen. Bertram probeert Augustijn en Ranonkel uit te horen over hoe Jut op de kermis is terecht gekomen maar zij geven elkaar en koningin Rinse de schuld. Jut vertelt hoe Rinse hem wijn en een bed voor de nacht had aangeboden. Toen hij weer wakker werd had zij hem zijn dekkleed en knuppel-uit-de-zak afgenomen en Jut aan de kermis verkocht.
Op zoek naar Jut was Jul de koningin tegengekomen en zij had haar wijsgemaakt dat het de schuld van de bewoners van het kasteel van Bambergen was, Jut was immers verliefd op prinses Madelein. Koningin Rinse had Lorre Lei van hertogin Mélisande gestolen. Het plan om het kasteel te laten krimpen lukte niet helemaal omdat Jul nog binnen was en Bertram en Hildebrandt buiten stonden. De vraag is nu waar het miniatuurkasteel het beste naar toe kan gaan. Koningin Madelein wil niet naar Sombrië omdat prins Tor en prinses Madelein nog witte brood eten in hun honingmaan.
Hertogin Mélisande ontdekt dat het vloerkleed boven Laar vliegt. Hildebrandt is sinds hij tot baron van Laar werd benoemd nog niet in zijn slot geweest. Er wordt besloten om daar te landen maar als ze wat dichterbij vliegen is te zien dat niet de groene vlag met de witte lelies van Hildebrandt wappert maar de paarse vlag met de vogelklauw van Grasp. Koningin Rinse heeft het slot bezet en wil na Laar ook Bambergen in bezit krijgen. Via het medaillon met de blauwe steen vertelt ze aan haar zoon prins Guurt dat ze het vertrouwen van woelreus Gark wil winnen. Hij is op zoek naar de steen der Dommen waarmee de eigenaar brood kan maken. Met het kleed Dek kan de altijd hongerige reus iedere maaltijd die hij zou willen krijgen en heeft hij de steen niet nodig.
Als Rinse de knuppel-uit-de-zak ook aan de woelreus geeft kan hij daarmee ongewenste gasten wegjagen. Het vloerkleed landt in de buurt van het slot. Niet ver daar vandaan komt Gark net uit de grond en slingert aardkluiten in het rond. Vooral de hertogin is erg onder de indruk van de reus. Koningin Madelein is woest als ze hoort wat koningin Rinse heeft gedaan. Ze wil dat hertogin Mélisande zelf de spreuk van Ogan uitspreekt zodat het kasteel en zijzelf weer groot worden. De boze koningin wil hoogst persoonlijk koningin Rinse te lijf gaan. Mélisande wil de spreuk wel uitspreken maar dan groeit zij zelf ook en wordt net zo groot als een reuzin.
Rolverdeling
Bertram Bierenbroodspot - Rob de Nijs
Lidwientje Walg - Loeki Knol
Hildebrandt Brom - Ab Hofstee
Aernout Koffij - Martin Brozius
Ambtenaar Ogterop Deux - John Lanting
Barend Stip - Ivo Brautigam
Hilletje Labberton - Monique Clemens
Saartje Zegen - Ria Bouwhuis
Jochempje Quota - Els van Weely
Maartje - Marjolein Bravenboer
Kinderen van Hamelen - Kinderkoor Henk van der Velde onder leiding van Iet van der Velde
Gastrollen
Koningin Madelein II - Emmy Lopes Dias
Koningin Rinse - Andrea Domburg
Prins Guurt van Grasp - André van den Heuvel
Jul - Wieteke van Dort
Jut - Hans Otjes
Hertogin Mélisande van Falda - Marlies van Alcmaer
Augustijn - Jules Croiset
Ranonkel - Henk van Ulsen
Woelreus Gark - Rudi Falkenhagen
Lakei - Nick Geens
Uitzending
KRO - 10 mei 1975 - Nederland 1 - 19.20-19.50 uur
Opnamedata
21 en 22 maart, 24, 25 en 26 april 1975
Tekst
Harrie Geelen
Muziek, arrangementen, orkestratie en muzikale leiding
Joop Stokkermans
Muziekopname
Dick van der Meer
Decorontwerp
Jan P. Koenraads
Souffleuse
Nel van Noorden
Kostuumadviezen
Marga Langeweg
Regie-assistente
Peggy de Brij
Regie
Tineke Roeffen
Productie
René Sleven
Het draaiboek van deel 38, met dank aan Maarten Fransen. Het script is overgetypt voor een betere leesbaarheid, klik op de link om het draaiboek als pdf te bekijken:
Deel 38: Onder één Hoedje
 |  |
 | |